Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Amazia hoorde niet; daarom [21]toog Joas, de koning van Israel, op, zodat hij en Amazia, de koning van Juda, [22]elkanders aangezicht zagen te [23]Beth-semes, dat in Juda is. 21. Overmits hij den inval van Amazia niet wilde verwachten in zijn eigen land, maar liever hem bejegenen in het zijne. 22. Dat is, streden tegen elkander. Zie boven, vs.8. 23. Een stad, gelegen aan de landpale van den stam van Juda, Joz.15:10, den Levieten toegeeigend, Joz.21:16, ingenomen van de Filistijnen onder Achaz, 2 Kron.28:18, en te onderscheiden van een ander Beth-Semes, gelegen in den stam van Nafthali, Richt.1:33.